Nieuws

Elk jaar in februari spoort Tournée Minérale mensen aan om een maand lang geen alcohol te drinken. Dit lijkt een modern fenomeen, maar de discussie over alcoholgebruik en matiging is al veel ouder. 

Tournee minerale

Zo keurde het Belgische parlement op 29 augustus 1919 de Wet Vandervelde goed, een mijlpaal in de Belgische alcoholwetgeving. De wet, genoemd naar socialist Emile Vandervelde, verbood de verkoop en consumptie van sterke drank in cafés, hotels, stations en andere openbare gelegenheden. Wie toch sterke drank wilde kopen, moest minstens twee liter ineens aanschaffen. Bovendien verviervoudigden de accijnzen, waardoor sterke drank fors duurder werd. 

Op het eerste gezicht lijkt het alsof socialisten zich met deze wet volledig tegen alcohol keerden. Maar was dat wel zo? In 1913 bracht Vooruit naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in Gent immers een eigen pils op de markt: Triomfbier. Andere coöperaties volgden dat voorbeeld. Tegelijkertijd was het schenken van alcohol in veel volkshuizen verboden. Die schijnbare tegenstrijdigheid gaat terug naar de 19de eeuw, toen socialisten een scherp onderscheid maakten tussen bier en sterke drank. 

Bier werd als een respectabele, zelfs gezonde drank beschouwd. Omdat het snel bedierf, werd het lokaal gebrouwen en was het moeilijk te transporteren, waardoor het een bescheiden winstproduct bleef. Sterke drank daarentegen was goedkoop te produceren, makkelijk te verplaatsen en leverde enorme winstmarges op. Ook de overheid profiteerde ervan: in België was in de 19de eeuw 15% van de staatsinkomsten afkomstig uit belastingen op sterke drank. Dit werd gezien als een ‘miserietaks’ die vooral arbeiders trof en hen zowel financieel als sociaal in de ellende stortte. 

Socialisten voerden daarom actief strijd tegen gedistilleerde dranken. In hun volkshuizen werd sterke drank verboden en ze richtten matigings- en geheelonthoudersbonden op, zoals de Ligue Socialiste Antialcoolique en de socialistische Goede Tempelieren. Emile Vandervelde steunde deze initiatieven zowel in België als binnen de Tweede Internationale. Met succes, want na de invoering van de wet daalde de consumptie van sterke drank drastisch, terwijl bierproductie en -consumptie floreerden. 

De socialistische houding tegenover alcohol was dus niet zwart-wit. Bier bleef een aanvaardbare volksdrank, terwijl sterke drank werd bestreden als een bron van uitbuiting en ellende. Zo werd ‘tournée minérale’ in zekere zin al vroeg in praktijk gebracht—maar nooit helemaal.